kabouterkinderen van naaldvilt

afwas

Dit vind ik zo leuk. Dromen dat de meest eenvoudige dingen, zoals de afwas die te drogen staat verandert in een speelplek wanneer je even niet kijkt. Een lepel wordt een glijbaan, het afdroogrek zelf een klimrek.

Mocht je zelf zulke kabouters willen maken en daar wat uitleg over willen, dan volgt hieronder een beschrijving van hoe ik ze maak.

Deze kabouterkinderen zijn van naaldvilt om een frame van chenille draad (pijpenragers). Dat maakt ze ook eenvoudig te buigen. Naaldvilten is een techniek waarbij je met een speciale (heel scherpe) naaldviltnaald in wol prikt zodat het een compacter geheel wordt. Het doet me denken aan boetseren, maar dan met wol. Hoe vaker je in het werkstuk prikt, hoe compacter de wol wordt. En, net als bij klei, kun je nieuwe lagen en stukjes toevoegen. Het vergt wel enige oefening en handigheid. Zelf zou ik jonge kinderen hier niet zo snel mee bezig laten gaan, want je prikt je nogal vlug.

naaldvilten

Voor een popje zoals hierboven heb je nodig:

kleine stukjes (gekleurde) wol,

2 stukjes chenilledraad van 11,5 en 9,5 cm,

een naaldviltnaald.

Eerst maak ik een frame (zie plaatje hieronder). De uiteinden vouw ik beiden om zodat er later geen scherpe puntjes uitsteken. De armpjes zijn ongeveer 2,5 cm lang. Het stuk van de voetjes tot de schouders wordt ongeveer 3,5 cm lang. Vouw beide onderdelen in elkaar (afbeelding 4) en draai het stukje waar nek en hoofdje komen in elkaar.

kabouters 1

Wikkel vervolgens een klein plukje wol om de uiteinden van de armpjes als handjes en zet dit vast door er met de naald kleine prikjes in te geven. Doe hetzelfde met een gekleurd stukje wol voor de voetjes (voorbeeld links op het plaatje hieronder). Op de volgende twee draadfiguuurtjes wordt er wat wol om het nekje en de buik gewikkeld en met de naaldviltnaald vastgezet.

kabouters 2

 Zodra het nekje vorm heeft, zet ik een pluk wol met de naaldviltnaald vast waar het hoofdje gaat komen. Het hoofdje is het meest bewerkelijke onderdeel. Met kleine prikjes van de naald maak ik eerst een bolvorm, die ik vervolgens tot ongeveer 1,7 cm hoog laat zijn. Dan krijgt het met meer steekjes langzaamaan de vorm van een hoofdje (zie tekening met zijaanzicht en vooraanzicht).

kabouters 3

Halverwege het hoofdje voeg ik 2 kleine plukjes zwart toe voor de ogen. Als je geen zwarte wol hebt, kun je ook uitgeplozen breiwol gebruiken. Vlak daaronder komt een mini neusje. Daar gebruik ik maar heel weinig wol voor. En halverwege de onderkant van het neusje en kin komt een klein plukje rood of roze voor het mondje.

Bekleed de beentjes en onderkant van het lijfje met gekleurde wol voor de broek.

kabouters 4

Vervolgens wikkel ik gekleurde wol rond de armpjes en het lijfje voor de trui.

Vorm wat wol tot de basisvorm van de muts en zet deze op het hoofdje vast met de naaldviltnaald. Wikkel er wat gekleurde wol omheen en breng het mutsje verder in vorm met de naald. Langs de rand van het mutsje breng ik plukjes wol aan voor het haar.

kabouters 5

Het kabouterkind is nu eigenlijk klaar.

Je kunt het popje zo laten, of er nu verder je eigen draai aan geven. Kralen, stukjes kant of borduursteken zijn bijvoorbeeld prima te combineren met het genaaldvilte popje.

Heel veel plezier :-).

4 thoughts on “kabouterkinderen van naaldvilt

  1. Pingback: poppenhuispopje van naaldvilt | afwaswater

  2. Pingback: elfjes van naaldvilt | afwaswater

  3. Pingback: engeltje van naaldvilt | afwaswater

  4. Pingback: vlinder haken – afwaswater

Plaats een reactie